|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van acht letters bevattend met 2O, R, V en Zdoorzeve overzwom verzoolt verzwoor voortzeg voortzei voortzet voorzaat voorzang voorzegt voorzien voorziet voorzing voorzong voorzorg zegt␣voor zeg␣voort zei␣voort zet␣voort zing␣voor zong␣voor zwom␣over 39 definities gevonden- doorzeve — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van doorzeven.
- overzwom — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overzwemmen.
- verzoolt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzolen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzolen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzolen.
- verzwoor — w. Enkelvoud verleden tijd van verzweren.
- voortzeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzeggen.
- voortzei — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortzeggen.
- voortzet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten.
- voorzaat — n. (Familie) persoon waar men van afstamt.
- voorzang — n. (Religie) een lied dat gezongen wordt voordat de mis is begonnen. — n. (Religie) een half vers van een berijmde psalm, voorafgaand… — n. (Muziek) gezang van iemand die voorzingt en zo een groep van zangers leidt.
- voorzegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen.
- voorzien — w. Overgankelijk een profetische blik hebben. — w. Overgankelijk ~ van: aanwezig zijn; tot iemands beschikking hebben. — w. Bedekken, bekleden met iets.
- voorziet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorzien.
- voorzing — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen.
- voorzong — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorzingen.
- voorzorg — n. Het zorgen van tevoren om eventueel onheil of ongemak te voorkomen.
- zegt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorzeggen.
- zeg␣voort — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzeggen. — w. Gebiedende wijs van voortzeggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzeggen.
- zei␣voort — w. Enkelvoud verleden tijd van voortzeggen.
- zet␣voort — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten#gebiedende wijs…
- zing␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen. — w. Gebiedende wijs van voorzingen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen.
- zong␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorzingen.
- zwom␣over — w. Enkelvoud verleden tijd van overzwemmen.
Zie deze lijst voor:
| |