|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van acht letters bevattend met O, R, T, V en Zoverziet verzocht verzoekt verzoent verzoolt verzorgt verzotte voortzeg voortzei voortzet voorzaat voorzegt voorziet zegt␣voor zeg␣voort zei␣voort zet␣voort ziet␣over 39 definities gevonden- overziet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overzien.
- verzocht — w. Enkelvoud verleden tijd van verzoeken.
- verzoekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoeken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoeken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzoeken.
- verzoent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzoenen.
- verzoolt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzolen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzolen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzolen.
- verzorgt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzorgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzorgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzorgen.
- verzotte — w. Enkelvoud verleden tijd van verzotten.
- voortzeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzeggen.
- voortzei — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortzeggen.
- voortzet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten.
- voorzaat — n. (Familie) persoon waar men van afstamt.
- voorzegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen.
- voorziet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorzien.
- zegt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorzeggen.
- zeg␣voort — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzeggen. — w. Gebiedende wijs van voortzeggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzeggen.
- zei␣voort — w. Enkelvoud verleden tijd van voortzeggen.
- zet␣voort — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten#gebiedende wijs…
- ziet␣over — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overzien.
Zie deze lijst voor:
| |