|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van acht letters bevattend met P, R, T en 2Uapertuur druip␣uit drukpunt opstuurt plamuurt pruritus punctuur puntdeur puren␣uit purulent puurt␣uit rugspuit rupturen rustpunt slurp␣uit spitsuur stuurpen stuurt␣op uitdruip uitpuren uitpuurt uitslurp uppercut 42 definities gevonden- apertuur — n. Opening.
- druip␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen. — w. Gebiedende wijs van uitdruipen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen.
- drukpunt — n. (Medisch) punt van het lichaam waar druk op wordt uitgeoefend. — n. Voelbare weerstand bij het overhalen van de trekker van een… — n. (Scheepvaart) zwaartepunt van het verplaatste water.
- opstuurt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsturen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsturen.
- plamuurt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plamuren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plamuren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plamuren.
- pruritus — n. (Medisch) jeuk.
- punctuur — n. Gat dat door prikken ontstaat. — n. Het prikken in iets.
- puntdeur — n. (Waterbeheer) type deur van een sluis die onder een stompe…
- puren␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitpuren.
- purulent — bijv. (Medisch) etterig.
- puurt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpuren.
- rugspuit — n. (Landbouw) sproeier met landbouwgif die men als een rugzak op de rug draagt.
- rupturen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ruptuur.
- rustpunt — n. Plaats waar of moment waarop men rust neemt. — n. (Bouwkunde) punt waarop iets rust of steunt, steunpunt.
- slurp␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslurpen. — w. Gebiedende wijs van uitslurpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslurpen.
- spitsuur — n. (Verkeer) de tijd van de dag dat de drukte op de weg het grootst is. — n. Topdrukte.
- stuurpen — n. Onderdeel van een fiets: onderdeel waarmee het stuur aan de…
- stuurt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsturen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsturen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opsturen.
- uitdruip — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen.
- uitpuren — w. Overgankelijk iets tot de meest pure essentie terugbrengen. — w. Reinigen.
- uitpuurt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuren.
- uitslurp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslurpen.
- uppercut — n. (Sport) een korte, harde opwaartse slag tegen de kin van de… — n. (Figuurlijk) een harde beslissende slag in een gevecht.
Zie deze lijst voor:
| |