Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••

  Snelle modus

Klik om een zevende letter toe te voegen

Klik om een letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21

Er zijn 25 woorden van tien letters bevattend met R, 2S, T en 2U

ausputzers  cesuurtjes  drugsspuit  fietsstuur  fissuurtje  kunstbeurs  lesuurtjes  monstrueus  muskushert  oud-cursist  rugstukjes  rusthuisje  rustpauzes  schuurtjes  souteneurs  stuurstoel  stuur␣thuis  surplustje  taalcursus  thuisstuur  tussendeur  tussenuren  usurpaties  usurpators  zusterhuis

30 definities gevonden

• ausputzers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ausputzer.
• cesuurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord cesuur.
• drugsspuit — n. Injectiespuit waarmee men verdovende middelen toedient.
• fietsstuur — n. Stuur van een fiets.
• fissuurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fissuur.
• kunstbeurs — n. (Handel) (kunst) plaats waar kunst te koop wordt aangeboden.
• lesuurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lesuur.
• monstrueus — bijv. Groot en lelijk.
• muskushert — n. (Evenhoevigen) Moschidae dier van een familie van de onderorde…
• oud-cursist — n. Voormalig cursist.
• rugstukjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rugstuk.
• rusthuisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rusthuis.
• rustpauzes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rustpauze.
• schuurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schuur.
• souteneurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord souteneur.
• stuurstoel — n. Een stoel die vast aan de grond zit in de stuurhut van een schip.
• stuur␣thuis — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen. — w. Gebiedende wijs van thuissturen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen.
• surplustje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord surplus.
• taalcursus — n. (Onderwijs) een cursus met als doel, het aanleren van een taal.
• thuisstuur — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen. — w. Gebiedende wijs van thuissturen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen.
• tussendeur — n. Een afsluiting van een toegang tussen twee gebouwen, ruimtes…
• tussenuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tussenuur.
• usurpaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord usurpatie.
• usurpators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord usurpator.
• zusterhuis — n. (Medisch) huis bij een ziekenhuis waar verpleegsters wonen. — n. (Religie) huis waar vrouwelijke religieuzen wonen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 137 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 284 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 41 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: 13 woorden
• Duits WikiWoordenboek: 167 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: 14 woorden

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.