|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van zeven letters bevattend met 3T en Unuttigt optutte statust statuut stuitte stuntte stutten stutter telt␣uit test␣uit teutten tikt␣uit trutten truttig tuitpot tuitten tuttend tutte␣op tutters tuttert typt␣uit uittelt uittest uittikt uittypt 46 definities gevonden- nuttigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nuttigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nuttigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nuttigen.
- optutte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van optutten.
- statust — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van statussen.
- statuut — n. (Juridisch) officieel reglement omtrent rechten, plichten en…
- stuitte — w. Enkelvoud verleden tijd van stuiten.
- stuntte — w. Enkelvoud verleden tijd van stunten.
- stutten — w. Overgankelijk iets door het plaatsen van een steun voor omvallen behoeden. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stut.
- stutter — n. Iets of iemand die iets ondersteunt of overeind houdt.
- telt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittellen.
- test␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uittesten#gebiedende wijs van uittesten.
- teutten — w. Meervoud verleden tijd van teuten.
- tikt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittikken.
- trutten — w. Inergatief treuzelen, talmen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trut. — w. Meervoud verleden tijd van trutten.
- truttig — bijv. Stijf van kleding, gedrag e.d, benepen, burgerlijk vooral…
- tuitpot — n. Een pot van aardewerk met een tuit. — n. Lieve tuitpot!: verwensing uit het Gronings.
- tuitten — w. Meervoud verleden tijd van tuiten.
- tuttend — w. Onvoltooid deelwoord van tutten.
- tutte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van optutten.
- tutters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tutter.
- tuttert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tutteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tutteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tutteren.
- typt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittypen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittypen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittypen.
- uittelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittellen.
- uittest — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittesten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittesten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittesten.
- uittikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittikken.
- uittypt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittypen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittypen.
Zie deze lijst voor:
| |