Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 21
Er zijn 19 woorden van zes letters beginnend met AFHafhaak afhaal afhaar afhakt afhang afhapt afhard afhark afheft afhelp afhelt afhief afhing afholt afhoor afhoud afhouw afhuif afhuur 24 definities gevonden- afhaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaken.
- afhaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhalen.
- afhaar — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharen.
- afhakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken.
- afhang — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen.
- afhapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen.
- afhard — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharden.
- afhark — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharken.
- afheft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afheffen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afheffen.
- afhelp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhelpen.
- afhelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhellen.
- afhief — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afheffen.
- afhing — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afhangen.
- afholt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhollen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhollen.
- afhoor — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhoren.
- afhoud — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhouden.
- afhouw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhouwen.
- afhuif — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhuiven.
- afhuur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhuren.
|