Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 20 woorden van zes letters beginnend met AFPafpaal afpakt afpast afpeel afpeil afpelt afpent afperk afpers afpikt afpits afplag afplak afplat afplet afpluk afpomp afprik afpulk afpunt 31 definities gevonden- afpaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpalen.
- afpakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpakken.
- afpast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen.
- afpeel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpelen.
- afpeil — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeilen.
- afpelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpellen.
- afpent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpennen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpennen.
- afperk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afperken.
- afpers — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpersen.
- afpikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpikken.
- afpits — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpitsen.
- afplag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplaggen.
- afplak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplakken.
- afplat — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplatten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplatten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplatten.
- afplet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpletten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpletten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpletten.
- afpluk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplukken.
- afpomp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpompen.
- afprik — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afprikken.
- afpulk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpulken.
- afpunt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpunten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpunten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpunten.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|