|
Lijst met woorden van 7 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 25 woorden van zeven letters beginnend met AANLaanlaad aanlaat aanlach aanland aanlang aanlapt aanlast aanleek aanleer aanlegt aanleid aanleng aanleun aanliep aanliet aanligt aanlijk aanlijm aanlijn aanloef aanloei aanloer aanlogt aanlokt aanloop 35 definities gevonden- aanlaad — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanladen.
- aanlaat — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlaten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlaten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlaten.
- aanlach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlachen.
- aanland — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlanden.
- aanlang — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlangen.
- aanlapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlappen.
- aanlast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlassen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlassen.
- aanleek — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanlijken.
- aanleer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleren.
- aanlegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen.
- aanleid — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleiden.
- aanleng — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlengen.
- aanleun — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleunen.
- aanliep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanlopen.
- aanliet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanlaten.
- aanligt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanliggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanliggen.
- aanlijk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlijken.
- aanlijm — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlijmen.
- aanlijn — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlijnen.
- aanloef — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeven.
- aanloei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeien.
- aanloer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeren.
- aanlogt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloggen.
- aanlokt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlokken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlokken.
- aanloop — n. Het op gang komen. — n. (Techniek) het op toeren komen van een aandrijfmotor, machine etc. — n. (Sport) een loop of tred voorafgaand aan een sprong, duik, enzovoort.
| |