Lijst met woorden van 7 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van zeven letters beginnend met AANVaanvaar aanvalt aanvang aanveeg aanvees aanviel aanvijl aanvijs aanving aanvink aanvlij aanvoeg aanvoel aanvoer aanvrat aanvult aanvuur 23 definities gevonden- aanvaar — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaren.
- aanvalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvallen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvallen.
- aanvang — n. Begin. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen.
- aanveeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvegen.
- aanvees — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvijzen.
- aanviel — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvallen.
- aanvijl — n. (Gereedschap) vijl waarmee je iets kunt afwerken. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvijlen.
- aanvijs — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvijzen.
- aanving — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvangen.
- aanvink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvinken.
- aanvlij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvlijen.
- aanvoeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoegen.
- aanvoel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoelen.
- aanvoer — n. Het aanbrengen met een leiding of voertuig. — n. Het aangevoerde. — n. Voor aanvoer dienend.
- aanvrat — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvreten.
- aanvult — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvullen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvullen.
- aanvuur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvuren.
|