Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 22 woorden van acht letters beginnend met AANZaanzagen aanzakte aanzaten aanzegde aanzeilt aanzetje aanzette aanzeult aanzicht aanziend aanzocht aanzoekt aanzogen aanzuigt aanzuren aanzuurt aanzwaai aanzweef aanzweep aanzweet aanzwelt aanzwemt 31 definities gevonden- aanzagen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanzien.
- aanzakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanzakken.
- aanzaten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanzitten.
- aanzegde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanzeggen.
- aanzeilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen.
- aanzetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanzet.
- aanzette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanzetten.
- aanzeult — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeulen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeulen.
- aanzicht — n. Aanblik, voorkomen.
- aanziend — w. Onvoltooid deelwoord van aanzien.
- aanzocht — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanzoeken.
- aanzoekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzoeken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzoeken.
- aanzogen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanzuigen.
- aanzuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen.
- aanzuren — w. Overgankelijk (scheikunde) door toevoeging van een kleine hoeveelheid…
- aanzuurt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuren.
- aanzwaai — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwaaien.
- aanzweef — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzweven.
- aanzweep — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwepen.
- aanzweet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzweten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzweten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzweten.
- aanzwelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwellen.
- aanzwemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwemmen.
|