Lijst met woorden van 10 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters beginnend met AANBEaanbedenen aanbeelden aanbeeldje aanbeenden aanbehoort aanbehoren aanbelandt aanbelangt aanbellend aanbenende aanbermden aanbermend aanberming aanbesteed aanbesterf aanbetaalt aanbetalen aanbevalen aanbeveelt aanbevelen aanbevolen aanbewezen aanbewijst 32 definities gevonden- aanbedenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbedene.
- aanbeelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbeeld.
- aanbeeldje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanbeeld.
- aanbeenden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanbenen.
- aanbehoort — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbehoren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbehoren.
- aanbehoren — w. Behoren tot, deel uitmaken van, eigendom zijn van.
- aanbelandt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelanden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelanden.
- aanbelangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelangen.
- aanbellend — w. Onvoltooid deelwoord van aanbellen.
- aanbenende — w. Verbogen vorm van aanbenend, het onvoltooid deelwoord van aanbenen.
- aanbermden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanbermen.
- aanbermend — w. Onvoltooid deelwoord van aanbermen.
- aanberming — n. (Bouwkunde) het aanbermen.
- aanbesteed — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbesteden.
- aanbesterf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbesterven.
- aanbetaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbetalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbetalen.
- aanbetalen — w. Overgankelijk een gedeeltelijke vooruitbetaling doen.
- aanbevalen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanbevelen.
- aanbeveelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbevelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbevelen.
- aanbevelen — w. Overgankelijk over iets of iemand bij iemand (positief) vertellen… — w. Overgankelijk aanprijzen. — w. (Verouderd) toevertrouwen.
- aanbevolen — w. Vormt de lijdende vorm.
- aanbewezen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanbewijzen. — w. Voltooid deelwoord van aanbewijzen.
- aanbewijst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbewijzen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbewijzen.
|