|
Lijst met woorden van 12 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van twaalf letters beginnend met AANVAaanvaardbaar aanvaardende aanvallertje aanvalletjes aanvalsactie aanvalsdrang aanvalsfront aanvalskreet aanvalslinie aanvalsopzet aanvalsteams aanvalstrio's aanvalswapen aanvangsdata aanvangsfase aanvangsklas aanvangspunt aanvangstijd aanvangsuren aanvankelijk aanvarinkjes 22 definities gevonden- aanvaardbaar — bijv. Te aanvaarden, acceptabel, gepast.
- aanvaardende — w. Verbogen vorm van aanvaardend, het onvoltooid deelwoord van aanvaarden.
- aanvallertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanvaller.
- aanvalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanval.
- aanvalsactie — n. (Sport) (militair) offensieve activiteit.
- aanvalsdrang — n. (Sport) (militair) neiging om de tegenstander actief tegemoet…
- aanvalsfront — n. Front waarop een aanval plaatsvindt.
- aanvalskreet — n. Kreet die wordt geslaakt bij een aanval.
- aanvalslinie — n. (Sport) (militair) rij samenwerkende aanvallers.
- aanvalsopzet — n. (Sport) (militair) het ontwerp van een offensieve actie.
- aanvalsteams — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanvalsteam.
- aanvalstrio's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanvalstrio.
- aanvalswapen — n. (Militair) wapen voor aanval.
- aanvangsdata — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanvangsdatum.
- aanvangsfase — n. Periode in het begin.
- aanvangsklas — n. (Verouderd) de klas waarin kinderen voor het eerst leren lezen…
- aanvangspunt — n. Punt waarmee of waarop (tijd) men kan aanvangen, beginpunt.
- aanvangstijd — n. Het tijdstip dat een bepaalde activiteit begint.
- aanvangsuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanvangsuur.
- aanvankelijk — bijv. In het begin, oorspronkelijk. — bijw. In het begin.
- aanvarinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanvaring.
| |