Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van acht letters beginnend met AFSCHafschaaf afschaal afschaft afscheep afscheer afscheid afschenk afschept afscherm afscheur afschiet afschonk afschoof afschoor afschoot afschrap afschrik afschrob afschudt afschuif afschuim afschuin afschuur 30 definities gevonden- afschaaf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschaven.
- afschaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen.
- afschaft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschaffen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschaffen.
- afscheep — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschepen.
- afscheer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren.
- afscheid — n. Een begroeting bij het elkaar verlaten. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheiden. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- afschenk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschenken.
- afschept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheppen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheppen.
- afscherm — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschermen.
- afscheur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheuren.
- afschiet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschieten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschieten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschieten.
- afschonk — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschenken.
- afschoof — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschuiven.
- afschoor — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afscheren.
- afschoot — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschieten.
- afschrap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrappen.
- afschrik — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrikken.
- afschrob — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrobben.
- afschudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschudden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschudden.
- afschuif — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuiven.
- afschuim — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuimen.
- afschuin — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuinen.
- afschuur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuren.
|