Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 24 woorden beginnend met AFDREafdreef afdreg afdregde afdregden afdreggen afdreggend afdreggende afdregt afdreig afdreigde afdreigden afdreigen afdreigend afdreigende afdreiging afdreigingen afdreigt afdrentel afdrentelde afdrentelden afdrentelen afdrentelend afdrentelt afdreven 27 definities gevonden- afdreef — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdrijven.
- afdreg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreggen.
- afdregde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdreggen.
- afdregden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afdreggen.
- afdreggen — w. Overgankelijk systematisch de bodem van een water afzoeken met een baggeraar.
- afdreggend — w. Onvoltooid deelwoord van afdreggen.
- afdreggende — w. Verbogen vorm van afdreggend, het onvoltooid deelwoord van afdreggen.
- afdregt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreggen.
- afdreig — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreigen.
- afdreigde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdreigen.
- afdreigden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afdreigen.
- afdreigen — w. Door het uiten van dreigementen iemand iets afpersen.
- afdreigend — w. Onvoltooid deelwoord van afdreigen.
- afdreigende — w. Verbogen vorm van afdreigend, het onvoltooid deelwoord van afdreigen.
- afdreiging — n. (Juridisch) een vorm van afpersing waarbij geen gebruik wordt…
- afdreigingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afdreiging.
- afdreigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdreigen.
- afdrentel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrentelen.
- afdrentelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdrentelen.
- afdrentelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afdrentelen.
- afdrentelen — w. Langzaam, met onzekere pas naar beneden gaan.
- afdrentelend — w. Onvoltooid deelwoord van afdrentelen.
- afdrentelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrentelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrentelen.
- afdreven — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afdrijven.
|