|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 17 19
Er zijn 18 woorden beginnend met AFLOSaflos aflosbaar aflosboete aflosboetes aflossen aflossend aflossende aflosser aflossers aflossing aflossingen aflossingstermijn aflossingstermijnen aflossinkje aflossinkjes aflost afloste aflosten 23 definities gevonden- aflos — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflossen.
- aflosbaar — bijv. (Van een schuld) met de mogelijkheid het geleende bedrag terug te betalen.
- aflosboete — n. Een boete die betaald moet worden bij (vervroegd) aflossen. — n. (Figuurlijk) het bedrag dat huiseigenaren duurder uit zijn…
- aflosboetes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aflosboete.
- aflossen — w. Overgankelijk de plaats innemen van, in zijn taak vervangen. — w. Overgankelijk geheel of gedeeltelijk terugbetalen van een schuld.
- aflossend — w. Onvoltooid deelwoord van aflossen.
- aflossende — w. Verbogen vorm van aflossend, het onvoltooid deelwoord van aflossen.
- aflosser — n. Iemand die een taak van iemand anders overneemt. — n. Iemand die (een deel van) zijn schuld betaalt, iemand die (een…
- aflossers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aflosser.
- aflossing — n. Het aflossen. — n. Een bedrag waarmee een schuld wordt afgelost in termijnen.
- aflossingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aflossing.
- aflossingstermijn — n. Tijdsperiode waarin men een schuld (geheel of gedeeltelijk)…
- aflossingstermijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aflossingstermijn.
- aflossinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aflossing.
- aflossinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aflossing.
- aflost — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflossen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflossen.
- afloste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aflossen.
- aflosten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aflossen.
| |