Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden beginnend met

Snelle modus

Klik om de zesde letter te kiezen

Klik om de vijfde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat7891011121617192021


Er zijn 23 woorden beginnend met AFSPR

afspraakafspraakbevestigingafspraakbevestigingenafspraakjeafspraakjesafsprakafsprakenafsprakensysteemafsprakensysteempjeafsprakensysteempjesafsprakensystemenafspreekafspreektafsprekenafsprekendafsprekendeafspringafspringenafspringendafspringendeafspringtafsprongafsprongen

31 definities gevonden

  • afspraak — n. Een met elkaar afgesproken belofte. — n. Een overeenkomst om elkaar te ontmoeten. — n. Date.
  • afspraakbevestiging — n. Mededeling dat de gemaakte afspraak inderdaad doorgaat.
  • afspraakbevestigingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afspraakbevestiging.
  • afspraakje — n. Een afspraak tussen verliefden om elkaar te ontmoeten. — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afspraak.
  • afspraakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afspraak#verkleinwoord…
  • afsprak — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afspreken.
  • afspraken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afspraak. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afspreken.
  • afsprakensysteem — n. (Economie) een systeem waarin afspraken tussen mensen of organisaties…
  • afsprakensysteempje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afsprakensysteem.
  • afsprakensysteempjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afsprakensysteem.
  • afsprakensystemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsprakensysteem.
  • afspreek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspreken.
  • afspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspreken.
  • afspreken — w. Overgankelijk een onderling vergelijk vastleggen, overeenkomen.
  • afsprekend — w. Onvoltooid deelwoord van afspreken.
  • afsprekende — w. Verbogen vorm van afsprekend, het onvoltooid deelwoord van afspreken.
  • afspring — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspringen.
  • afspringen — w. Van boven naar beneden springen. — w. Ergens plotseling vanaf gaan. — w. Plotseling afbreken.
  • afspringend — w. Onvoltooid deelwoord van afspringen.
  • afspringende — w. Verbogen vorm van afspringend, het onvoltooid deelwoord van afspringen.
  • afspringt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspringen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspringen.
  • afsprong — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afspringen.
  • afsprongen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afspringen.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.