|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 15
Er zijn 22 woorden beginnend met AFTROaftrok —— aftroef —— aftroeft —— aftroefde aftroeven aftroever aftroggel aftrokken —— aftroefden aftroevend aftroevers aftroggelt —— aftroevende aftroggelde aftroggelen —— aftroggelaar aftroggelden aftroggelend —— aftroggelaars aftroggelarij aftroggelende —— aftroggelarijen 27 definities gevonden- aftrok — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aftrekken.
- aftroef — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftroeven.
- aftroeft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftroeven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftroeven.
- aftroefde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aftroeven.
- aftroeven — w. Overgankelijk (kaartspel) door een troef te spelen zich een slag toe-eigenen. — w. Iets beter doen dan iemand anders. — w. Overgankelijk, (figuurlijk) iemands bewering of uitleg met…
- aftroever — n. Een slag die men wint bij een kaartspel door een troef te spelen.
- aftroggel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftroggelen.
- aftrokken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aftrekken.
- aftroefden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aftroeven.
- aftroevend — w. Onvoltooid deelwoord van aftroeven.
- aftroevers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aftroever.
- aftroggelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftroggelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftroggelen.
- aftroevende — w. Verbogen vorm van aftroevend, het onvoltooid deelwoord van aftroeven.
- aftroggelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aftroggelen.
- aftroggelen — w. Overgankelijk door aanhoudende vriendelijke bede en zoet gevlei…
- aftroggelaar — n. Iemand die op slinkse wijze geld of goederen van een ander… — n. Oplichter, bedelaar.
- aftroggelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aftroggelen.
- aftroggelend — w. Onvoltooid deelwoord van aftroggelen.
- aftroggelaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aftroggelaar.
- aftroggelarij — n. De keer dat men op slinkse wijze iets verkrijgt van een ander.
- aftroggelende — w. Verbogen vorm van aftroggelend, het onvoltooid deelwoord van aftroggelen.
- aftroggelarijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aftroggelarij.
| |