Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 12 13 14 16 18 19
Er zijn 14 woorden beginnend met AANHECaanhecht aanhechten aanhechtend aanhechtende aanhechting aanhechtingen aanhechtingspunt aanhechtingspunten aanhechtingspuntje aanhechtingspuntjes aanhechtinkje aanhechtinkjes aanhechtte aanhechtten 18 definities gevonden- aanhecht — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhechten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhechten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhechten.
- aanhechten — w. Overgankelijk vastmaken. — w. Overgankelijk een nieuwe of gebroken draad vasthechten.
- aanhechtend — w. Onvoltooid deelwoord van aanhechten.
- aanhechtende — w. Verbogen vorm van aanhechtend, het onvoltooid deelwoord van aanhechten.
- aanhechting — n. Het aanhechten. — n. Plaats waar aangehecht is.
- aanhechtingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanhechting.
- aanhechtingspunt — n. Punt waar iets aan iets anders vast zit (ook (figuurlijk)).
- aanhechtingspunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanhechtingspunt.
- aanhechtingspuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanhechtingspunt.
- aanhechtingspuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanhechtingspunt.
- aanhechtinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanhechting.
- aanhechtinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanhechting.
- aanhechtte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanhechten.
- aanhechtten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanhechten.
|