|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 20 woorden beginnend met AFSTEMafstem afstemde afstemden afstemmen afstemmend afstemmende afstemming afstemmingen afstemogen afstemoog afstemoogje afstemoogjes afstempel afstempelde afstempelden afstempelen afstempelend afstempelende afstempelt afstemt 24 definities gevonden- afstem — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstemmen.
- afstemde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afstemmen.
- afstemden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afstemmen.
- afstemmen — w. Overgankelijk, (muziek) op de juiste toonhoogte brengen. — w. Overgankelijk op de juiste frequentie instellen. — w. Iets zo regelen dat het voor iedereen passend is.
- afstemmend — w. Onvoltooid deelwoord van afstemmen.
- afstemmende — w. Verbogen vorm van afstemmend, het onvoltooid deelwoord van afstemmen.
- afstemming — n. Het afstemmen.
- afstemmingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afstemming.
- afstemogen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afstemoog.
- afstemoog — n. (Elektronica), (technisch verouderd) inrichting aan een radio-…
- afstemoogje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afstemoog.
- afstemoogjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afstemoog.
- afstempel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstempelen.
- afstempelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afstempelen.
- afstempelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afstempelen.
- afstempelen — w. Overgankelijk er een stempel opzetten.
- afstempelend — w. Onvoltooid deelwoord van afstempelen.
- afstempelende — w. Verbogen vorm van afstempelend, het onvoltooid deelwoord van afstempelen.
- afstempelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstempelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstempelen.
- afstemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstemmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstemmen.
| |