Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden beginnend met

Snelle modus

Klik om de zevende letter te kiezen

Klik om de zesde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat910111213141718192021


Er zijn 25 woorden beginnend met ASSEMB

assemblageassemblagesassemblagesysteemassemblagesysteempjeassemblagesysteempjesassemblagesystemenassemblee AssembleeAssembleecommissieAssembleecommissiesAssembleeledenAssembleelidassembleerassembleerdeassembleerdenassembleertassembleesAssembleevergaderingAssembleevoorzitterAssembleevoorzittersassemblerassemblerenassemblerendassemblerendeassemblers

30 definities gevonden

  • assemblage — n. (Techniek) het in elkaar zetten van onderdelen tot een geheel. — n. Product dat door assemblage ontstaat.
  • assemblages — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assemblage.
  • assemblagesysteem — n. (Techniek) een systeem of systematiek voor de assemblage van onderdelen.
  • assemblagesysteempje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord assemblagesysteem.
  • assemblagesysteempjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord assemblagesysteem.
  • assemblagesystemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assemblagesysteem.
  • assemblee — n. Vergadering in het bijzonder.
  • Assemblee — n. (Politiek) vergadering van afgevaardigden; algemene vergadering.
  • Assembleecommissie — n. (Politiek) groep leden van een algemene vergadering met een afgebakende taak.
  • Assembleecommissies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Assembleecommissie.
  • Assembleeleden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Assembleelid.
  • Assembleelid — n. (Politiek) iemand die lid is van een parlement of algemene vergadering.
  • assembleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. Gebiedende wijs van assembleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren.
  • assembleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van assembleren.
  • assembleerden — w. Meervoud verleden tijd van assembleren.
  • assembleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van assembleren.
  • assemblees — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assemblee.
  • Assembleevergadering — n. (Politiek) bijeenkomst van een parlement of algemene vergadering.
  • Assembleevoorzitter — n. (Politiek) iemand die een vergadering van een parlement of…
  • Assembleevoorzitters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Assembleevoorzitter.
  • assembler — n. Lagere programmeertaal die dicht bij de machinetaal staat.
  • assembleren — w. Bouwen of maken door onderdelen samen te voegen of te monteren.
  • assemblerend — w. Onvoltooid deelwoord van assembleren.
  • assemblerende — w. Verbogen vorm van assemblerend, het onvoltooid deelwoord van assembleren.
  • assemblers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord assembler.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:



Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.