|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 15 16 18 19
Er zijn 24 woorden beginnend met AFSLUITafsluit afsluitbaar afsluitdijk Afsluitdijk afsluitdijken afsluiten afsluitend afsluitende afsluiter afsluiters afsluitertje afsluitertjes afsluiting afsluitingen afsluitingsfeest afsluitingsfeesten afsluitingsfeestje afsluitingsfeestjes afsluitinkje afsluitinkjes afsluitprovisie afsluitprovisies afsluitprovisietje afsluitprovisietjes 33 definities gevonden- afsluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten.
- afsluitbaar — bijv. Met de mogelijkheid om iets op slot te doen of dicht te maken.
- afsluitdijk — n. (Waterbeheer) dijk tot het afsluiten van een stromend water of een binnenzee.
- Afsluitdijk — eig. (Toponiem) dam die als onderdeel van de Zuiderzeewerken tussen…
- afsluitdijken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluitdijk.
- afsluiten — w. Overgankelijk zorgen dat iets of iemand niet in, uit of door… — w. Overgankelijk zorgen dat iets niet meer werkt, alle verbindingen verbreken. — w. Overgankelijk een officiële afspraak op papier maken, officieel regelen.
- afsluitend — w. Onvoltooid deelwoord van áfsluiten. — w. Attributief gebruikt. — w. Bijwoordelijk gebruikt.
- afsluitende — w. Verbogen vorm van afsluitend, het onvoltooid deelwoord van áfsluiten.
- afsluiter — n. (Techniek) mechaniek om de doorstroming van een medium te regelen… — n. Persoon die iets afsluit, laatste nummer van een cd of optreden.
- afsluiters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluiter.
- afsluitertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afsluiter.
- afsluitertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluiter.
- afsluiting — n. Iets afsluiten. — n. Beëindiging, einde. — n. Een voorwerp dat ervoor zorgt dat iets afgesloten wordt.
- afsluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluiting.
- afsluitingsfeest — n. Feest dat gegeven wordt aan het einde van iets.
- afsluitingsfeesten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluitingsfeest.
- afsluitingsfeestje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afsluitingsfeest.
- afsluitingsfeestjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluitingsfeest.
- afsluitinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afsluiting.
- afsluitinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluiting.
- afsluitprovisie — n. (Economie) beloning die een adviseur of tussenpersoon ontvangt…
- afsluitprovisies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluitprovisie.
- afsluitprovisietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afsluitprovisie.
- afsluitprovisietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluitprovisie.
| |