|
Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20 21
Er zijn 16 woorden van zes letters beginnend met BIEbiecht bied␣af bieden bieder bied␣op biemes bieper bieren bies␣af biesde biesje bieten bietje bietst bieven biezen 29 definities gevonden- biecht — n. (Religie) het belijden van de eigen zonden aan een priester… — n. (Figuurlijk) het belijden van de eigen morele misstappen. — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van biechten#gebiedende wijs van biechten.
- bied␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbieden. — w. Gebiedende wijs van afbieden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbieden.
- bieden — w. Ditransitief, (handel) als koper een prijs voorstellen. — w. Ditransitief ter beschikking stellen, aanbieden, geven, leveren. — w. (Kaartspel) aankondigen een bepaald aantal slagen te zullen…
- bieder — n. Iemand die een bod doet, bijv. op een veiling/afslag.
- bied␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbieden. — w. Gebiedende wijs van opbieden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbieden.
- biemes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bieme.
- bieper — n. (Communicatie) apparaat dat korte tekstberichten kan ontvangen.
- bieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bier.
- bies␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbiezen. — w. Gebiedende wijs van afbiezen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbiezen.
- biesde — w. Enkelvoud verleden tijd van biezen.
- biesje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bies.
- bieten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord biet.
- bietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord biet.
- bietst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bietsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bietsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bietsen.
- bieven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bief.
- biezen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bies. — bijv. Vervaardigd van de halmen van een bies, zoals Scirpus maritimus…
Zie deze lijst voor:
| |