|
Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 22 woorden van acht letters beginnend met BEIbeiaards beiaardt beidende beierden beierend Beiersen beignets beijvert beijzeld beijzelt beïnkten beïnktte Beiroeti Beiroets beissies beitel␣af beitelde beitelen beitel␣in beitsend beitsjes beitsten 32 definities gevonden- beiaards — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beiaard.
- beiaardt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beiaarden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beiaarden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beiaarden.
- beidende — w. Verbogen vorm van beidend, het onvoltooid deelwoord van beiden.
- beierden — w. Meervoud verleden tijd van beieren.
- beierend — w. Onvoltooid deelwoord van beieren.
- Beiersen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Beierse.
- beignets — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beignet.
- beijvert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beijveren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beijveren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beijveren.
- beijzeld — bijv. Bedekt met een ijslaag.
- beijzelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beijzelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beijzelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beijzelen.
- beïnkten — w. Overgankelijk van inkt voorzien.
- beïnktte — w. Enkelvoud verleden tijd van beïnkten.
- Beiroeti — n. (Demoniem) een inwoner van Beiroet, of iemand afkomstig uit Beiroet.
- Beiroets — bijv. (Demoniem) op Beiroet betrekking hebbend.
- beissies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beissie.
- beitel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeitelen. — w. Gebiedende wijs van afbeitelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeitelen.
- beitelde — w. Enkelvoud verleden tijd van beitelen.
- beitelen — w. Iets met een beitel (be)werken, met een scherp voorwerp steen bewerken.
- beitel␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen. — w. Gebiedende wijs van inbeitelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen.
- beitsend — w. Onvoltooid deelwoord van beitsen.
- beitsjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord beits.
- beitsten — w. Meervoud verleden tijd van beitsen.
Zie deze lijst voor:
| |