|
Lijst met woorden van 7 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van zeven letters beginnend met BELEbeleden beledig beleefd beleeft beleent beleert beleest belegde belegen beleger belegje belendt belenen belener beleren belette beleven belever belezen belezer 44 definities gevonden- beleden — w. Meervoud verleden tijd van belijden. — w. Voltooid deelwoord van belijden.
- beledig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beledigen. — w. Gebiedende wijs van beledigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beledigen.
- beleefd — bijv. Van goede omgangsvormen getuigend, fatsoenlijk. — bijw. Op beleefde wijze.
- beleeft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beleven.
- beleent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van belenen.
- beleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beleren.
- beleest — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van belezen.
- belegde — w. Enkelvoud verleden tijd van beleggen.
- belegen — bijv. Lang of een voldoende tijd gelegen hebbend. — bijv. Niet langer actueel maar ook niet totaal verouderd. — bijv. (Voeding) (kookkunst) (van kaas) geruime tijd in een pekelbad…
- beleger — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belegeren. — w. Gebiedende wijs van belegeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belegeren.
- belegje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beleg.
- belendt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van belenden.
- belenen — w. Overgankelijk als onderpand voor een lening gebruiken. — w. Overgankelijk (geschiedenis) in het leenstelsel (het feodale…
- belener — n. Iemand die geld leent bij een bank met achterlating van een…
- beleren — w. Op een arrogante, beschuldigende wijze mensen vertellen wat…
- belette — w. Enkelvoud verleden tijd van beletten.
- beleven — w. Overgankelijk meemaken, ondervinden, ervaren.
- belever — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beleveren. — w. Gebiedende wijs van beleveren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beleveren.
- belezen — bijv. Veel gelezen hebbend (en hopelijk daardoor enige kennis opgedaan). — w. Bezweren, een geest uitdrijven door een gebed over iemand uit te spreken.
- belezer — n. Iemand die zaken (met een toverspreuk) onder controle probeert… — n. Exorcist, duiveluitdrijver. — n. (Mythologie) iemand die kan genezen door handoplegging.
Zie deze lijst voor:
| |