Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 21
Er zijn 19 woorden van acht letters beginnend met BRAAbraad␣aan braadden braadjus braadkip braadpan braadt␣op braad␣uit braadvet braadzak braafjes braakbal braakjes braaksel braakten braak␣uit braambes braambos braampje braamt␣af 30 definities gevonden- braad␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbraden. — w. Gebiedende wijs van aanbraden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbraden.
- braadden — w. Meervoud verleden tijd van braden.
- braadjus — n. Jus die ontstaat bij het braden van vlees; gebraden vleesnat.
- braadkip — n. Jonge kip die geschikt is om te braden.
- braadpan — n. (Huishouden) (kookkunst) pan met dikke wand, die geschikt is…
- braadt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbraden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbraden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opbraden.
- braad␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden. — w. Gebiedende wijs van uitbraden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden.
- braadvet — n. (Kookkunst) vet waarin eten gebraden kan worden. — n. (Kookkunst) vet dat bij braden vrijkomt uit vlees.
- braadzak — n. (Huishouden) (kookkunst) zak van hittebestendige folie (tot…
- braafjes — bijw. Aardig braaf.
- braakbal — n. (Biologie) de door sommige vogels uitgebraakte onverteerbare…
- braakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord braak.
- braaksel — n. Dat wat gebraakt is.
- braakten — w. Meervoud verleden tijd van braken.
- braak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken. — w. Gebiedende wijs van uitbraken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken.
- braambes — n. (Fruit) bes van de braamstruik.
- braambos — n. (Plantkunde) Rubus groep van een of meer braamstruiken.
- braampje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord braam.
- braamt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbramen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbramen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbramen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 1 woord
- Duits WikiWoordenboek: 4 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|