Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van acht letters beginnend met BRANbrancard branches brand␣aan brandbom brandden brandend branders brandgat branding brandjes brand␣los Brandons brandput brandsas brandt␣af brandt␣in brandt␣na brandt␣op brand␣uit brandvos brand␣weg 40 definities gevonden- brancard — n. (Medisch) een draagbaar bedoeld om patiënten te vervoeren die…
- branches — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord branche.
- brand␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbranden. — w. Gebiedende wijs van aanbranden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbranden.
- brandbom — n. Bom die als doel heeft het getroffen object in brand te steken.
- brandden — w. Meervoud verleden tijd van branden.
- brandend — bijv. Van iets dat het een vuurtje bevat. — bijv. Van iets dat het licht en hitte uitstraalt. — bijv. Van iets dat het snel ingrijpen vereist.
- branders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord brander.
- brandgat — n. Gat in een voorwerp dat is ontstaan door brand.
- branding — n. Het deel van een zee of oceaan dicht bij de kust, waar de golven breken.
- brandjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord brand.
- brand␣los — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losbranden. — w. Gebiedende wijs van losbranden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losbranden.
- Brandons — eig. Genitief van Brandon.
- brandput — n. Een put waarin een aansluiting zit op een waterleidingnetwerk…
- brandsas — n. (Militair) hevig brandende sas om de brandkogels mede te vullen.
- brandt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbranden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbranden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbranden.
- brandt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbranden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbranden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inbranden.
- brandt␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabranden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabranden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nabranden.
- brandt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbranden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbranden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opbranden.
- brand␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbranden. — w. Gebiedende wijs van uitbranden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbranden.
- brandvos — n. (Roofdieren) donkere variëteit van de vos met een zwarte pluim… — n. (Paardrijden) paard met donker bruinrood dekhaar, waarvan de…
- brand␣weg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbranden. — w. Gebiedende wijs van wegbranden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbranden.
Zie deze lijst voor:
|