Lijst met woorden van 9 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van negen letters beginnend met BUITbuitelaar buitelden buitelend buiteling buitenaan buitenarm buitenbad buitenhof buitenhou buitenijs buitenkom buitenlid buitenlui buitenman buitensta buitenste buitentje buiten␣uit buitenzet buitmaakt buitmaken buitte␣uit 30 definities gevonden- buitelaar — n. Iemand die over de kop duikelt.
- buitelden — w. Meervoud verleden tijd van buitelen.
- buitelend — w. Onvoltooid deelwoord van buitelen.
- buiteling — n. Vallen en over de kop gaan.
- buitenaan — bijw. Aan de buitenkant.
- buitenarm — n. Een naar buiten gaand of staand onderdeel.
- buitenbad — n. Niet overdekt zwembad, een zwembad in de open lucht.
- buitenhof — n. Een landgoed of huis buiten de stad.
- buitenhou — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenhouden.
- buitenijs — n. In de buitenlucht gelegen ijsbaan.
- buitenkom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenkomen.
- buitenlid — n. Een lid van een vereniging dat buiten de stad of land van vestiging woont. — n. (Anatomie) extremiteit zoals een arm of een been.
- buitenlui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord buitenman, iemand die… — n. Alleen meervoud verzamelterm voor mensen die niet in de stad wonen.
- buitenman — n. Een man die graag in de buitenlucht is in plaats van altijd binnen te zijn. — n. Een man die buiten de stad op het platteland woont. — n. Een mannelijke partner buiten het wettige huwelijk.
- buitensta — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenstaan. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- buitenste — n. Het meer naar de buitenkant gelegene.
- buitentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buiten.
- buiten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitbuiten.
- buitenzet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenzetten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenzetten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenzetten.
- buitmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitmaken.
- buitmaken — w. Overgankelijk met geweld in beslag nemen.
- buitte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitbuiten.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: 12 woorden
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|