Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 11
Er zijn 19 woorden beginnend met BELTbelt belt␣aan belt␣af beltaxi beltaxi's beltegoed beltegoeden belten bel␣terug belt␣in beltje beltjes beltonen beltoon beltoontje beltoontjes belt␣op belt␣rond belt␣terug 35 definities gevonden- belt — n. Stortplaats voor afval. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellen.
- belt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanbellen.
- belt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbellen.
- beltaxi — n. Een taxidienst die men telefonisch kan benaderen om zich te laten vervoeren.
- beltaxi's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beltaxi.
- beltegoed — n. Resterend bedrag of tijd waarvoor men nog kan telefoneren met…
- beltegoeden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beltegoed.
- belten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord belt.
- bel␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugbellen. — w. Gebiedende wijs van terugbellen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugbellen.
- belt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inbellen.
- beltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord belt.
- beltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord belt.
- beltonen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beltoon.
- beltoon — n. (Telecommunicatie) toon die de telefoonabonnee laat weten dat…
- beltoontje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beltoon.
- beltoontjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord beltoon.
- belt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opbellen.
- belt␣rond — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondbellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondbellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rondbellen.
- belt␣terug — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugbellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugbellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugbellen.
Zie deze lijst voor:
|