|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 14 15
Er zijn 21 woorden beginnend met BRABBrabançonne Brabançonnes Brabander Brabanders Brabant Brabants Brabantse Brabantsen brabbel brabbelaar brabbelaars brabbelde brabbelden brabbelen brabbelend brabbelende brabbelt brabbeltaal brabbeltaaltje brabbeltaaltjes brabbeltalen 29 definities gevonden- Brabançonne — eig. Het Belgische volkslied.
- Brabançonnes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Brabançonne.
- Brabander — n. (Demoniem) inwoner van de provincie Noord-Brabant (Nederland)…
- Brabanders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Brabander.
- Brabant — eig. Voormalig hertogdom in het zuiden van het huidige Nederland… — eig. (Geschiedenis) (toponiem: provincie) voormalige Belgische… — eig. (Informeel) (toponiem: provincie) de huidige Nederlandse…
- Brabants — bijv. (Demoniem) op Brabant betrekking hebbend.
- Brabantse — n. (Demoniem) een vrouwelijke inwoner van Brabant, of een vrouw…
- Brabantsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Brabantse.
- brabbel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brabbelen. — w. Gebiedende wijs van brabbelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brabbelen.
- brabbelaar — n. Iemand die van alles een rotzooi maakt. — n. Iemand die bij spreken en schrijven alles door elkaar haalt. — n. Warkop, dwarskop, beuzelaar.
- brabbelaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord brabbelaar.
- brabbelde — w. Enkelvoud verleden tijd van brabbelen.
- brabbelden — w. Meervoud verleden tijd van brabbelen.
- brabbelen — w. Slecht en onduidelijk praten met name van baby’s.
- brabbelend — w. Onvoltooid deelwoord van brabbelen.
- brabbelende — w. Verbogen vorm van brabbelend, het onvoltooid deelwoord van brabbelen.
- brabbelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brabbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brabbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van brabbelen.
- brabbeltaal — n. Onverstaanbare gepraat als van een kind.
- brabbeltaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord brabbeltaal.
- brabbeltaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord brabbeltaal.
- brabbeltalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord brabbeltaal.
Zie deze lijst voor:
| |