Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 25 woorden beginnend met BUDGbudget budgetbewaking budgetbewakingen budgetje budgetjes budgetprobleem budgetproblemen budgets budgettair budgetteer budgetteerde budgetteerden budgetteert budgetten budgetteren budgetterend budgetterende budgettering budgetteringen budgetverhoging budgetverhogingen budgetvreter budgetvreters budgetvretertje budgetvretertjes 31 definities gevonden- budget — n. (Financieel) raming van inkomsten en uitgaven. — n. (Financieel) hoeveelheid (geld)middelen die men voor iets kan… — n. (Financieel) hoeveelheid (geld)middelen die voor iets is gebruikt.
- budgetbewaking — n. (Financieel) het voorkomen dat het budget van een gemaakte…
- budgetbewakingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord budgetbewaking.
- budgetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord budget.
- budgetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord budget.
- budgetprobleem — n. Onvoldoende middelen hebben om een doel te bereiken.
- budgetproblemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord budgetprobleem.
- budgets — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord budget.
- budgettair — bijv. Met betrekking tot een budget, begroting.
- budgetteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van budgetteren. — w. Gebiedende wijs van budgetteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van budgetteren.
- budgetteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van budgetteren.
- budgetteerden — w. Meervoud verleden tijd van budgetteren.
- budgetteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van budgetteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van budgetteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van budgetteren.
- budgetten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord budget.
- budgetteren — w. Overgankelijk onderbrengen in een begroting.
- budgetterend — w. Onvoltooid deelwoord van budgetteren.
- budgetterende — w. Verbogen vorm van budgetterend, het onvoltooid deelwoord van budgetteren.
- budgettering — n. Het budgetteren.
- budgetteringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord budgettering.
- budgetverhoging — n. Vergroting van de hoeveelheid middelen die kan worden ingezet…
- budgetverhogingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord budgetverhoging.
- budgetvreter — n. Iemand die (ten eigen bate) allerlei posten op de begroting…
- budgetvreters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord budgetvreter.
- budgetvretertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord budgetvreter.
- budgetvretertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord budgetvreter.
Zie deze lijst voor:
|