|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 20
Er zijn 23 woorden beginnend met BERIJberij berijd berijdbaar berijden berijdend berijdende berijder berijders berijdt berijm berijmd berijmde berijmden berijmen berijmend berijmende berijmer berijmers berijming berijmingen berijmt berijpt berijpte␣geurgroefbij 35 definities gevonden- berij — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden. — w. Gebiedende wijs van berijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden.
- berijd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden. — w. Gebiedende wijs van berijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden.
- berijdbaar — bijv. Bereden kunnen worden.
- berijden — w. Overgankelijk het voortbewegen op een rijdier, zoals een paard… — w. Overgankelijk het rijden over een bepaalde weg.
- berijdend — w. Onvoltooid deelwoord van berijden.
- berijdende — w. Verbogen vorm van berijdend, het onvoltooid deelwoord van berijden.
- berijder — n. Iemand die op een dier rijdt. — n. Bestuurder van een voertuig.
- berijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord berijder.
- berijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van berijden.
- berijm — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen. — w. Gebiedende wijs van berijmen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen.
- berijmd — bijv. (Verouderd) met rijm (rijp) bedekt.
- berijmde — w. Enkelvoud verleden tijd van berijmen.
- berijmden — w. Meervoud verleden tijd van berijmen.
- berijmen — w. Omzetten van een proza tekst naar een meer poëtische vorm (die…
- berijmend — w. Onvoltooid deelwoord van berijmen.
- berijmende — w. Verbogen vorm van berijmend, het onvoltooid deelwoord van berijmen.
- berijmer — n. Iemand die een tekst op rijm zet.
- berijmers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord berijmer.
- berijming — n. Omzetting van een proza tekst naar een meer poëtische vorm…
- berijmingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord berijming.
- berijmt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van berijmen.
- berijpt — bijv. Bedekt met aangevroren mist.
- berijpte␣geurgroefbij — n. (Vliesvleugeligen) Lasioglossum albipes een vliesvleugelig…
| |