Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 22 woorden beginnend met BOUWSbouwsel bouwsom —— bouwsels bouwstof bouwstop —— bouwsteen bouwstijl bouwstops —— bouwsector bouwseltje bouwsommen bouwstenen —— bouwsectors bouwseltjes bouwstaking bouwstijlen bouwstoffen —— bouwsectoren bouwsteentje —— bouwstakingen bouwsteentjes bouwsubsidies 26 definities gevonden- bouwsel — n. (Schertsend) iets wat gebouwd is maar niet heel nuttig of degelijk is.
- bouwsom — n. De kosten die men maakt om iets te bouwen.
- bouwsels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsel.
- bouwstof — n. Grondstof waarmee gebouwd kan worden (vooral gebruikt voor levende wezens). — n. Stof dan ontstaat door bouwen.
- bouwstop — n. Het (tijdelijk) staken van de bouwactiviteiten van een bouwwerk…
- bouwsteen — n. (Bouwkunde) steen om mee te bouwen. — n. Blok uit een bouwdoos. — n. Elk onmisbaar onderdeel in figuurlijke zin gebruikt.
- bouwstijl — n. Een manier van bouw die kenmerkend is voor een bepaalde periode of plaats.
- bouwstops — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwstop.
- bouwsector — n. (Economie) economische sector of bedrijfstak die zich bezighoudt…
- bouwseltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bouwsel.
- bouwsommen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsom.
- bouwstenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsteen.
- bouwsectors — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsector.
- bouwseltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsel.
- bouwstaking — n. Vorm van protest om kracht bij te zetten aan de wensen van… — n. Onwil van investeerders om bouwopdrachten te geven als protest…
- bouwstijlen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwstijl.
- bouwstoffen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwstof.
- bouwsectoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsector.
- bouwsteentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bouwsteen.
- bouwstakingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwstaking.
- bouwsteentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsteen.
- bouwsubsidies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwsubsidie.
|