Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12
Er zijn 19 woorden beginnend met BLAASTblaast blaast␣aan blaast␣af blaast␣bellen blaast␣door blaastest blaastesten blaastestje blaastestjes blaastests blaast␣in blaast␣leeg blaast␣mee blaast␣om blaast␣omver blaast␣op blaast␣over blaast␣uit blaast␣weg 47 definities gevonden- blaast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van blazen.
- blaast␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanblazen.
- blaast␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afblazen.
- blaast␣bellen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bellenblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bellenblazen.
- blaast␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorblazen.
- blaastest — n. (Verkeer) bepaling van het alcoholpromillage in iemands bloed…
- blaastesten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blaastest.
- blaastestje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blaastest.
- blaastestjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord blaastest.
- blaastests — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blaastest.
- blaast␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inblazen.
- blaast␣leeg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van leegblazen.
- blaast␣mee — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van meeblazen.
- blaast␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omblazen.
- blaast␣omver — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omverblazen.
- blaast␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opblazen.
- blaast␣over — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overblazen.
- blaast␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitblazen.
- blaast␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegblazen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegblazen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegblazen.
|