Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de zevende letter te kiezen

Klik om de zesde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  8  9  10  11  12

Er zijn 20 woorden beginnend met BLIJFT

blijft  blijft␣aan  blijft␣achter  blijft␣af  blijft␣bij  blijft␣binnen  blijft␣boven  blijft␣dood  blijf␣thuis  blijft␣na  blijft␣nabij  blijft␣op  blijft␣open  blijft␣over  blijft␣samen  blijft␣school  blijft␣thuis  blijft␣uit  blijft␣voor  blijft␣weg

60 definities gevonden

• blijft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van blijven.
• blijft␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanblijven.
• blijft␣achter — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van achterblijven.
• blijft␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afblijven.
• blijft␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijblijven.
• blijft␣binnen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van binnenblijven.
• blijft␣boven — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bovenblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bovenblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bovenblijven.
• blijft␣dood — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doodblijven.
• blijf␣thuis — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven. — w. Gebiedende wijs van thuisblijven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven.
• blijft␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nablijven.
• blijft␣nabij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabijblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabijblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nabijblijven.
• blijft␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opblijven.
• blijft␣open — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van openblijven.
• blijft␣over — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overblijven.
• blijft␣samen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenblijven.
• blijft␣school — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoolblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoolblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schoolblijven.
• blijft␣thuis — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van thuisblijven.
• blijft␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitblijven.
• blijft␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorblijven.
• blijft␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegblijven.

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.