|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 19 21
Er zijn 21 woorden beginnend met BESCHIKbeschik beschikbaar beschikbaarheden beschikbaarheid beschikbaarstelling beschikbaarstellingen beschikken beschikkend beschikkende beschikken␣voor beschikking beschikkingen beschikkinkje beschikkinkjes beschikt beschikte beschikten beschikten␣voor beschikte␣voor beschikt␣voor beschik␣voor 32 definities gevonden- beschik — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschikken. — w. Gebiedende wijs van beschikken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschikken.
- beschikbaar — bijv. Waarover beschikt kan worden, voorhanden.
- beschikbaarheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beschikbaarheid.
- beschikbaarheid — n. De mogelijkheid om, indien nodig te kunnen beschikken over…
- beschikbaarstelling — n. De keer dat men iets beschikbaar maakt voor iets of iemand.
- beschikbaarstellingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beschikbaarstelling.
- beschikken — w. Inergatief beslissen, regelen. — w. Inergatief ~ over: in bezit hebben.
- beschikkend — w. Onvoltooid deelwoord van beschikken.
- beschikkende — w. Verbogen vorm van beschikkend, het onvoltooid deelwoord van beschikken.
- beschikken␣voor — w. Meervoud tegenwoordige tijd van voorbeschikken.
- beschikking — n. De macht om over iets te beschikken. — n. (Juridisch) een besluit dat iets wettelijk of juridisch regelt.
- beschikkingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beschikking.
- beschikkinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beschikking.
- beschikkinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord beschikking.
- beschikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschikken.
- beschikte — w. Enkelvoud verleden tijd van beschikken. — w. Verbogen vorm van beschikt, voltooid deelwoord van beschikken.
- beschikten — w. Meervoud verleden tijd van beschikken.
- beschikten␣voor — w. Meervoud verleden tijd van voorbeschikken.
- beschikte␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorbeschikken.
- beschikt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbeschikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbeschikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbeschikken.
- beschik␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbeschikken. — w. Gebiedende wijs van voorbeschikken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
| |