Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 23 woorden beginnend met CALCUcalculi —— calculus Calcutta —— calculeer —— calculatie calculator calculeert calculeren —— calculaties calculators calculeerde calculeer␣in calculerend —— calculatoren calculeerden calculeert␣in calculerende calculeren␣in —— calculatortje calculeerbaar calculeerde␣in —— calculatortjes calculeerden␣in 32 definities gevonden- calculi — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord calculus.
- calculus — n. Rekenwijze, rekenmethode.
- Calcutta — eig. (Toponiem) hoofdstad van de Indiase deelstaat West-Bengalen.
- calculeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calculeren. — w. Gebiedende wijs van calculeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calculeren.
- calculatie — n. Berekening (van de kostprijs).
- calculator — n. Machine dat rekenkundige berekeningen kan uitvoeren. — n. (Beroep) iemand die beroepshalve berekeningen maakt.
- calculeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calculeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calculeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van calculeren.
- calculeren — w. Overgankelijk iemand berekent iets.
- calculaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord calculatie.
- calculators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord calculator.
- calculeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van calculeren.
- calculeer␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incalculeren. — w. Gebiedende wijs van incalculeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incalculeren.
- calculerend — w. Onvoltooid deelwoord van calculeren.
- calculatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord calculator.
- calculeerden — w. Meervoud verleden tijd van calculeren.
- calculeert␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incalculeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incalculeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van incalculeren.
- calculerende — w. Verbogen vorm van calculerend, het onvoltooid deelwoord van calculeren.
- calculeren␣in — w. Meervoud tegenwoordige tijd van incalculeren.
- calculatortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord calculator.
- calculeerbaar — bijv. Dat iets brekent kan worden.
- calculeerde␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van incalculeren.
- calculatortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord calculator.
- calculeerden␣in — w. Meervoud verleden tijd van incalculeren.
Zie deze lijst voor:
|