|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 18
Er zijn 23 woorden beginnend met DIGIdigibeet digibeetje digibeetjes digibesitas digibeten digibord digiborden digitaal digital␣born digitale␣fotografie digitalis digitalisatie digitalisaties digitaliseer digitaliseerde digitaliseerden digitaliseert digitaliseren digitaliserend digitaliserende digitalisering digitaliseringen digitalissen 30 definities gevonden- digibeet — n. (Informatica) volstrekt stuk onbenul op het gebied van informatica…
- digibeetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord digibeet.
- digibeetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord digibeet.
- digibesitas — n. Verslaafd en overmatig gebruik van online media, waaronder sociale media.
- digibeten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord digibeet.
- digibord — n. (Onderwijs) grote witte plaat waarop wisselende informatie…
- digiborden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord digibord.
- digitaal — bijv. Gegevens op een telbare manier verwerkend meestal met behulp… — bijv. (Informatica) niet fysiek op papier, maar elektronisch vastgelegd. — bijv. (Anatomie) (medisch) op de vingers of de tenen betrekking…
- digital␣born — bijv. (Informatica) oorspronkelijk digitaal vervaardigd materiaal.
- digitale␣fotografie — n. (Fotografie) het vastleggen van beelden met behulp van een digitale camera.
- digitalis — n. (Farmacologie) geneesmiddel voor hartziekten, bereid uit vingerhoedskruid.
- digitalisatie — n. (Medisch) toediening van geneesmiddelen bij hartziekten. — n. (Informatica) het digitaal maken van informatie of media.
- digitalisaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord digitalisatie.
- digitaliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van digitaliseren. — w. Gebiedende wijs van digitaliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van digitaliseren.
- digitaliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van digitaliseren.
- digitaliseerden — w. Meervoud verleden tijd van digitaliseren.
- digitaliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van digitaliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van digitaliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van digitaliseren.
- digitaliseren — w. Overgankelijk (informatica) informatie omzetten van analoog naar digitaal.
- digitaliserend — w. Onvoltooid deelwoord van digitaliseren.
- digitaliserende — w. Verbogen vorm van digitaliserend, het onvoltooid deelwoord van digitaliseren.
- digitalisering — n. (Informatica) het digitaliseren.
- digitaliseringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord digitalisering.
- digitalissen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord digitalis.
Zie deze lijst voor:
| |