|
Lijst met woorden van 5 letters beginnend met Snelle modus Klik om de derde letter te kiezen
Klik om de tweede letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van vijf letters beginnend met EIeiber eicel eider eigen eikel eiken eiker eikje einde eindt einze eis␣af eisen eiser eïsis eisje eïsje eis␣op eiste eitje eitse eivol eiwit 37 definities gevonden- eiber — n. (Vogels) ooievaar.
- eicel — n. (Biologie) vrouwelijke geslachtscel, ovum.
- eider — n. (Vogels) Somateria mollissima (afkorting) van eidereend.
- eigen — bijv. Op zichzelf betrekking hebbend, van jezelf. — bijv. Typisch (voor). — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eigenen.
- eikel — n. (Plantkunde) vrucht van de eikenboom. — n. (Anatomie) (medisch) top van de penis. — n. (Scheldwoord), (jongerentaal) dom persoon; sufferd, zak (sinds…
- eiken — bijv. Vervaardigd van het hout van de eik. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eik.
- eiker — n. (Scheepvaart) bepaald type vrachtschip.
- eikje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eik.
- einde — n. Het punt in ruimte of tijd waar iets ophoudt.
- eindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van einden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van einden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van einden.
- einze — n. Hengsel, handvat, oor.
- eis␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afeisen. — w. Gebiedende wijs van afeisen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afeisen.
- eisen — w. Overgankelijk zeer dringend vragen, vaak met een sanctie op… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eis.
- eiser — n. (Juridisch) de naam die in het burgerlijk procesrecht aan een…
- eïsis — n. (Muziek) een tweemaal met een halve toon verhoogde toon "e”.
- eisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eis.
- eïsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eïs.
- eis␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opeisen. — w. Gebiedende wijs van opeisen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opeisen.
- eiste — w. Enkelvoud verleden tijd van eisen.
- eitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ei. — tuss. Dat is zo gedaan, eenvoudig (uitroep om aan te geven dat…
- eitse — n. (Jiddisch-Hebreeuws) raad, advies.
- eivol — bijv. Heel erg vol, te vol.
- eiwit — n. (Dierkunde), (kookkunst) het deel van een ei waarin de dooier ligt. — n. (Biochemie) een tot een klasse van polymere stoffen met een…
Zie deze lijst voor:
| |