Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden beginnend met

Snelle modus

Klik om de vierde letter te kiezen

Klik om de derde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat4567891011


Er zijn 21 woorden beginnend met FAK

fakefakenfakendfakendefakesfaketfaketefaketenfakirfakirsfakirtjefakirtjesfakkelfakkel␣affakkelde␣affakkelden␣affakkelen␣affakkelsfakkelt␣affakkeltjefakkeltjes

31 definities gevonden

  • fake — n. Bedrog, namaak, vervalsing. — bijv. Onecht, niet gemeend, nagemaakt. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faken.
  • faken — w. Simuleren, in scene zetten.
  • fakend — w. Onvoltooid deelwoord van faken.
  • fakende — w. Verbogen vorm van fakend, het onvoltooid deelwoord van faken.
  • fakes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fake.
  • faket — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van faken.
  • fakete — w. Enkelvoud verleden tijd van faken.
  • faketen — w. Meervoud verleden tijd van faken.
  • fakir — n. Soefistische en soms ook hindoeïstische asceet die vooral voorkomt in India. — n. Wondermensen die vaak optreden als goochelaar. — n. In de Islam, iemand die geen inkomen of bezittingen heeft…
  • fakirs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fakir.
  • fakirtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fakir.
  • fakirtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fakir.
  • fakkel — n. Staaf of stok die aan de bovenkant in een brandbare stof gedrenkt…
  • fakkel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affakkelen. — w. Gebiedende wijs van affakkelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affakkelen.
  • fakkelde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van affakkelen.
  • fakkelden␣af — w. Meervoud verleden tijd van affakkelen.
  • fakkelen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van affakkelen.
  • fakkels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fakkel.
  • fakkelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affakkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affakkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van affakkelen.
  • fakkeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fakkel.
  • fakkeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fakkel.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:



Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.