Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de vijfde letter te kiezen

Klik om de vierde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15

Er zijn 25 woorden beginnend met FLEE

fleece  fleecedeken  fleecedekens  fleecedekentje  fleecedekentjes  fleeces  fleecetrui  fleecetruien  fleecetruitje  fleecetruitjes  fleem  fleemde  fleemden  fleemkous  fleemkousen  fleemkousje  fleemkousjes  fleemt  fleemtaal  fleemtong  fleemtongen  fleer  fleerde  fleerden  fleert

35 definities gevonden

• fleece — n. (Materiaalkunde) textiel van geruwde kunstvezels dat bij een… — n. (Kleding) kledingstuk van geruwde kunstvezels dat het bovenlichaam bedekt. — bijv. Gemaakt van geruwde kunstvezels.
• fleecedeken — n. Deken gemaakt van polyethyleentereftalaat (PET) garens.
• fleecedekens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fleecedeken.
• fleecedekentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fleecedeken.
• fleecedekentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fleecedeken.
• fleeces — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fleece.
• fleecetrui — n. Warme trui gemaakt van gerecycled plastic.
• fleecetruien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fleecetrui.
• fleecetruitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fleecetrui.
• fleecetruitjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fleecetrui.
• fleem — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flemen. — w. Gebiedende wijs van flemen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flemen.
• fleemde — w. Enkelvoud verleden tijd van flemen.
• fleemden — w. Meervoud verleden tijd van flemen.
• fleemkous — n. Een slijmerd.
• fleemkousen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fleemkous.
• fleemkousje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fleemkous.
• fleemkousjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fleemkous.
• fleemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van flemen.
• fleemtaal — n. De manier van spreken die hoort bij vleien, slijmen of flemen.
• fleemtong — n. Iemand die zonder het te menen heel vriendelijke of lovende woorden spreekt.
• fleemtongen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fleemtong.
• fleer — n. Krachtig slag om iemand te straffen. — n. (Verouderd) verwonding door een mes. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fleren.
• fleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van fleren.
• fleerden — w. Meervoud verleden tijd van fleren.
• fleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fleren.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 108 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 12 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 3 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.