Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11
Er zijn 18 woorden beginnend met FLOEPfloep —— floept —— floepen floepje floepte —— floep␣aan floepend floepjes floepten floep␣uit —— floept␣aan floept␣uit —— floepen␣aan floepen␣uit floepte␣aan floepte␣uit —— floepten␣aan floepten␣uit 30 definities gevonden- floep — tuss. Beschrijft een opeens beginnende korte snelle beweging. — tuss. Beschrijft het korte doffe geluid dat met een snelle beweging… — n. Opeens beginnende korte snelle beweging.
- floept — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van floepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van floepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van floepen.
- floepen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord floep.
- floepje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord floep.
- floepte — w. Enkelvoud verleden tijd van floepen.
- floep␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen. — w. Gebiedende wijs van aanfloepen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen.
- floepend — w. Onvoltooid deelwoord van floepen.
- floepjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord floep.
- floepten — w. Meervoud verleden tijd van floepen.
- floep␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfloepen. — w. Gebiedende wijs van uitfloepen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfloepen.
- floept␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfloepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanfloepen.
- floept␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfloepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfloepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitfloepen.
- floepen␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanfloepen.
- floepen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitfloepen.
- floepte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanfloepen.
- floepte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitfloepen.
- floepten␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanfloepen.
- floepten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitfloepen.
|