Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 12 13 14 15
Er zijn 19 woorden beginnend met FIETSKAfietskaart fietskaarten fietskaartje fietskaartjes fietskader fietskaders fietskadertje fietskadertjes fietskampeer fietskampeerde fietskampeerden fietskampeert fietskamperen fietskamperend fietskamperende fietskar fietskarren fietskarretje fietskarretjes 23 definities gevonden- fietskaart — n. Gedetailleerde wegenkaart waarop vooral de fietspaden zijn aangegeven.
- fietskaarten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fietskaart.
- fietskaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietskaart.
- fietskaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fietskaart.
- fietskader — n. Fietsframe.
- fietskaders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fietskader.
- fietskadertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietskader.
- fietskadertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fietskader.
- fietskampeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen. — w. Gebiedende wijs van fietskamperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen.
- fietskampeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van fietskamperen.
- fietskampeerden — w. Meervoud verleden tijd van fietskamperen.
- fietskampeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietskamperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fietskamperen.
- fietskamperen — w. Inergatief een meerdaagse fietstocht maken waarbij men overnacht in een tent.
- fietskamperend — w. Onvoltooid deelwoord van fietskamperen.
- fietskamperende — w. Verbogen vorm van fietskamperend, het onvoltooid deelwoord van fietskamperen.
- fietskar — n. Aanhangwagentje achter een fiets.
- fietskarren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fietskar.
- fietskarretje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietskar.
- fietskarretjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fietskar.
|