|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 19 woorden beginnend met GLACglacé glaceer glaceerde glaceerden glaceert glaceetje glaceetjes glaceren glacerend glacerende glacés glaciaal glacialen glaciologen glaciologie glacioloog glacioloogje glacioloogjes glacis 28 definities gevonden- glacé — n. Een zachte soepele, glanzend gemaakte leersoort oorspronkelijk… — n. Handschoenen gemaakt van glacéleer. — n. (België) taartje, tompoes, tompouce.
- glaceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glaceren. — w. Gebiedende wijs van glaceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glaceren.
- glaceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van glaceren.
- glaceerden — w. Meervoud verleden tijd van glaceren.
- glaceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glaceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glaceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van glaceren.
- glaceetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord glacé.
- glaceetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord glacé.
- glaceren — w. Overgankelijk, (kookkunst) met een laag suiker bedekken en…
- glacerend — w. Onvoltooid deelwoord van glaceren.
- glacerende — w. Verbogen vorm van glacerend, het onvoltooid deelwoord van glaceren.
- glacés — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord glacé.
- glaciaal — n. (Aardrijkskunde) (geologie) koudere fase binnen een ijstijd. — bijv. (Aardrijkskunde) (geologie) betrekking hebbend op de poolstreken…
- glacialen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord glaciaal.
- glaciologen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord glacioloog.
- glaciologie — n. (Wetenschap), (glaciologie) de bestudering van ijs, gletsjers en landijs.
- glacioloog — n. (Wetenschap), (beroep) beoefenaar van de glaciologie, de bestudering…
- glacioloogje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord glacioloog.
- glacioloogjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord glacioloog.
- glacis — n. Doorschijnende laag (verf die niet dekt). — n. (Bouwkunde) hellende lijst of dorpel in de bouwkunde. — n. (Militair) helling aan de buitenkant van een vesting of fort.
Zie deze lijst voor:
| |