Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 23 woorden beginnend met GROSSIgrossier grossierde grossierden grossierderij grossierderijen grossierderijtje grossierderijtjes grossieren grossierend grossierende grossiers grossiersbeleid grossierskorting grossierskortingen grossiersprijs grossiersprijzen grossierszaak grossierszaakje grossierszaakjes grossierszaken grossiert grossist grossisten 28 definities gevonden- grossier — n. (Beroep) iemand die in het groot verkoopt, een groothandelaar. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grossieren. — w. Gebiedende wijs van grossieren.
- grossierde — w. Enkelvoud verleden tijd van grossieren.
- grossierden — w. Meervoud verleden tijd van grossieren.
- grossierderij — n. (Bedrijf) groothandel.
- grossierderijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grossierderij.
- grossierderijtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grossierderij.
- grossierderijtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord grossierderij.
- grossieren — w. In het groot verkopen. — w. (Figuurlijk) in overmaat bezitten.
- grossierend — w. Onvoltooid deelwoord van grossieren.
- grossierende — w. Verbogen vorm van grossierend, het onvoltooid deelwoord van grossieren.
- grossiers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grossier.
- grossiersbeleid — n. Beleid van een grossier.
- grossierskorting — n. Korting die men verkrijgt als grossier.
- grossierskortingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grossierskorting.
- grossiersprijs — n. Groothandelsprijs.
- grossiersprijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grossiersprijs.
- grossierszaak — n. Groothandelszaak.
- grossierszaakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grossierszaak.
- grossierszaakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord grossierszaak.
- grossierszaken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grossierszaak.
- grossiert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grossieren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grossieren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van grossieren.
- grossist — n. (Economie) bedrijf dat levert aan kleinhandelaars en winkeliers.
- grossisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grossist.
Zie deze lijst voor:
|