|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 22 woorden beginnend met GRANAATgranaat —— granaatje —— granaatjes —— granaathuls granaatrood —— granaatappel —— granaatappels granaathulzen granaatscherf granaatwerper —— granaatwerpers —— granaatappelsap granaatappeltje granaatscherven —— granaatappelboom granaatappeltjes —— granaatappelbomen granaatappelsapje —— granaatappelsapjes granaatappelsappen —— granaatappelboompje —— granaatappelboompjes 25 definities gevonden- granaat — n. (Militair) een met springlading gevuld projectiel. — n. O: (mineraal) een groep kubische mineralen behorende tot de… — n. V/m: een halfedelsteen bestaande uit [1].
- granaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord granaat.
- granaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord granaat.
- granaathuls — n. (Militair) holle buis die gevuld is met een explosief of ander strijdmiddel.
- granaatrood — bijv. Rood als granaat (met paarse component).
- granaatappel — n. (Bloemplanten) Punica granatum , tropische plant, die bekend… — n. (Fruit) vrucht van een dergelijke boom.
- granaatappels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatappel.
- granaathulzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord granaathuls.
- granaatscherf — n. (Militair) deel van een projecties dat ontstaat na het ontploffen…
- granaatwerper — n. (Militair) wapen, of deel van een wapen, bestemd voor het lanceren…
- granaatwerpers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatwerper.
- granaatappelsap — n. (Voeding) sap van de granaatappel.
- granaatappeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord granaatappel.
- granaatscherven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatscherf.
- granaatappelboom — n. (Bloemplanten) Punica granatum , een tot zes meter hoge struik…
- granaatappeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatappel.
- granaatappelbomen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatappelboom.
- granaatappelsapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord granaatappelsap.
- granaatappelsapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatappelsap.
- granaatappelsappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatappelsap.
- granaatappelboompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord granaatappelboom.
- granaatappelboompjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord granaatappelboom.
| |