|
Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 20 woorden van zes letters beginnend met HAKhakafa Hakans hakbal hakbos hakend hakers hakjes hakkel hakken hakker hakmes hakofe haksel hakt␣af haktak hakten hakt␣in hakt␣om hakt␣op hak␣uit 40 definities gevonden- hakafa — n. (Jiddisch-Hebreeuws) ommegang in de synagoge, bijv. met Torarollen… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) ommegang op begraafplaats.
- Hakans — eig. Genitief van Hakan.
- hakbal — n. Een met de hak i.p.v. de voorvoet gespeelde bal bij voetballen.
- hakbos — n. Bundel hout die men gebruikt voor verwarming.
- hakend — w. Onvoltooid deelwoord van haken.
- hakers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord haker.
- hakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hak.
- hakkel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakkelen. — w. Gebiedende wijs van hakkelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakkelen.
- hakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hak. — w. Houwen, slaan met een scherp voorwerp om iets in stukken te verdelen.
- hakker — n. Apparaat dat een constante elektrische spanning omzet naar… — n. Iemand die (voor zijn beroep) zaken in stukken hakt. — n. Apparaat dat hakt.
- hakmes — n. (Huishouden) (kookkunst) zeer breed mes waarmee men ook beenderen kan hakken.
- hakofe — n. (Jiddisch-Hebreeuws) ommegang, bijvoorbeeld met Torarollen…
- haksel — n. Het fijngehakte (Stro, takken, plantenafval etc.). — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakselen. — w. Gebiedende wijs van hakselen.
- hakt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhakken.
- haktak — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haktakken. — w. Gebiedende wijs van haktakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haktakken.
- hakten — w. Meervoud verleden tijd van hakken.
- hakt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inhakken.
- hakt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omhakken.
- hakt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ophakken.
- hak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken. — w. Gebiedende wijs van uithakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 19 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 12 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 23 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |