Lijst met woorden van 9 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 13
Er zijn 16 woorden van negen letters beginnend met HOUDThoudt␣beet houdt␣boek houdt␣dood houd␣tegen houd␣terug houdt␣goed houdt␣hoog houd␣thuis houdt␣huis houdt␣maat houdt␣open houdt␣over houdt␣stil houdt␣vast houdt␣voor houdt␣vrij 48 definities gevonden- houdt␣beet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beethouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beethouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beethouden.
- houdt␣boek — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van boekhouden.
- houdt␣dood — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doodhouden.
- houd␣tegen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenhouden. — w. Gebiedende wijs van tegenhouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenhouden.
- houd␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terughouden. — w. Gebiedende wijs van terughouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terughouden.
- houdt␣goed — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van goedhouden.
- houdt␣hoog — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hooghouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hooghouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hooghouden.
- houd␣thuis — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuishouden. — w. Gebiedende wijs van thuishouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuishouden.
- houdt␣huis — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huishouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huishouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van huishouden.
- houdt␣maat — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maathouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maathouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van maathouden.
- houdt␣open — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van openhouden.
- houdt␣over — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overhouden.
- houdt␣stil — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stilhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stilhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stilhouden.
- houdt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vasthouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vasthouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vasthouden.
- houdt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorhouden.
- houdt␣vrij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vrijhouden.
|