Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de zesde letter te kiezen

Klik om de vijfde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  14

Er zijn 24 woorden beginnend met HEERS

heers  heerschaar  heerschap  heerschapje  heerschapjes  heerschappen  heerschappij  heerschappijen  heerschare  heerscharen  heersen  heersend  heersende  heerser  heerseres  heerseressen  heersers  heersertje  heersertjes  heerst  heerste  heersten  heerszucht  heerszuchtig

36 definities gevonden

• heers — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heersen. — w. Gebiedende wijs van heersen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heersen.
• heerschaar — n. (Verouderd) legermacht, leger.
• heerschap — n. Het heer zijn, de waardigheid van heer. — n. (Geschiedenis) heerschappij d.w.z. geheel der dingen waarover… — n. (Geschiedenis) (juridisch) feodale bestuursvorm in de middeleeuwen.
• heerschapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord heerschap.
• heerschapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord heerschap.
• heerschappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heerschap.
• heerschappij — n. (Politiek) geheel der dingen waarover iemands macht zich uitstrekt… — n. (Religie) de opperbestuur van god.
• heerschappijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heerschappij.
• heerschare — n. (Verouderd) legermacht, leger.
• heerscharen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heerschare#meervoud… — n. (Religie) in vertalingen van de Bijbel hemelse machten (van het Tsevaot).
• heersen — w. Inergatief de macht uitoefenen. — w. Absoluut (medisch) als epidemie aanwezig zijn in de bevolking.
• heersend — w. Onvoltooid deelwoord van heersen. — bijv. Die de baas is. — bijv. (Figuurlijk) in een bepaalde tijd veel voorkomend.
• heersende — w. Verbogen vorm van heersend, het onvoltooid deelwoord van heersen.
• heerser — n. (Politiek) iemand die de macht uitoefent.
• heerseres — n. Vrouwelijke heerser. — n. Vrouw die veel beter is dan haar concurrenten.
• heerseressen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heerseres.
• heersers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heerser.
• heersertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord heerser.
• heersertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord heerser.
• heerst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heersen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heersen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van heersen.
• heerste — w. Enkelvoud verleden tijd van heersen.
• heersten — w. Meervoud verleden tijd van heersen.
• heerszucht — n. Zeer sterke neiging om te heersen.
• heerszuchtig — bijv. Dominerend, overheersend, de overhand hebbend, penetrerend.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 1 woord
• Frans WikiWoordenboek: 3 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 6 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.