|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 25 woorden beginnend met HINKEhinkel hinken —— hinkelt hinkend —— hinkelde hinkelen hinkende —— hinkelaar hinkelden hinkelend hinken␣aan hinkepink hinkepoot —— hinkelaars hinkelende hinkepinkt hinkepoten —— hinkepinken hinkepinkte hinkepootje —— hinkepinkend hinkepinkten hinkepootjes —— hinkepinkende —— hinken␣achterop 39 definities gevonden- hinkel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinkelen. — w. Gebiedende wijs van hinkelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinkelen.
- hinken — w. Inergatief ongelijk lopen omdat men slechts op één been steunen kan. — w. Ergatief ergens slechts op één been heen gaan.
- hinkelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hinkelen.
- hinkend — w. Onvoltooid deelwoord van hinken. — bijv. Moeilijk, ongelijkmatig lopend.
- hinkelde — w. Enkelvoud verleden tijd van hinkelen.
- hinkelen — w. Inergatief het hinkelen beoefenen. — w. Inergatief hinken, op één been voortgaan. — n. Kinderspel, waarbij men zich volgens bepaalde regels deels…
- hinkende — w. Verbogen vorm van hinkend, het onvoltooid deelwoord van hinken.
- hinkelaar — n. Iemand die hinkelt.
- hinkelden — w. Meervoud verleden tijd van hinkelen.
- hinkelend — w. Onvoltooid deelwoord van hinkelen.
- hinken␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanhinken.
- hinkepink — n. Persoon die wat kreupel loopt. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinkepinken. — w. Gebiedende wijs van hinkepinken.
- hinkepoot — n. Iemand die door een aandoening aan één been niet goed lopen kan.
- hinkelaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hinkelaar.
- hinkelende — w. Verbogen vorm van hinkelend, het onvoltooid deelwoord van hinkelen.
- hinkepinkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinkepinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinkepinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hinkepinken.
- hinkepoten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hinkepoot.
- hinkepinken — w. Mank lopen. — w. Met één been springen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hinkepink.
- hinkepinkte — w. Enkelvoud verleden tijd van hinkepinken.
- hinkepootje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hinkepoot.
- hinkepinkend — w. Onvoltooid deelwoord van hinkepinken.
- hinkepinkten — w. Meervoud verleden tijd van hinkepinken.
- hinkepootjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hinkepoot.
- hinkepinkende — w. Verbogen vorm van hinkepinkend, het onvoltooid deelwoord van hinkepinken.
- hinken␣achterop — w. Meervoud tegenwoordige tijd van achterophinken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 47 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |