Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de vierde letter te kiezen

Klik om de derde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  3  4  5  6  7  8  9  10  11  13  14  16  18  19

Er zijn 23 woorden beginnend met IMA

ima  image  images  imaginair  imaginatie  imaginaties  imagines  imago  imagootje  imagootjes  imagoprobleem  imagoproblemen  imago's  imagoversterking  imagoversterkingen  imagoversterkinkje  imagoversterkinkjes  imahot  imam  imampje  imampjes  imams  ima's

27 definities gevonden

• ima — n. (Jiddisch-Hebreeuws) moeder, mama.
• image — n. Het beeld dat van een persoon of instelling bestaat.
• images — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord image.
• imaginair — bijv. Denkbeeldig.
• imaginatie — n. Het vermogen om mentale beelden, ideeën en/of gevoelens op… — n. Beeld dat men in zijn geest maakt.
• imaginaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord imaginatie.
• imagines — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord imago in de betekenis…
• imago — n. (Maatschappij) bepaald beeld dat van een persoon of instelling bestaat. — n. (Dierkunde) resultaat van de volledige gedaanteverwisseling bij een insect.
• imagootje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord imago.
• imagootjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord imago.
• imagoprobleem — n. Het probleem dat ontstaat als mensen een bepaald (verkeerd)…
• imagoproblemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord imagoprobleem.
• imago's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord imago.
• imagoversterking — n. Het verbeteren van het beeld dat mensen van een persoon of bedrijf hebben.
• imagoversterkingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord imagoversterking.
• imagoversterkinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord imagoversterking.
• imagoversterkinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord imagoversterking.
• imahot — n. (Jiddisch-Hebreeuws) de vier aartsmoeders: Sara, Rebekka, Lea en Rachel.
• imam — n. (Religie) (islam) voorganger bij het gebed. — n. (Religie) hoofd van een islamitische rechtsschool. — n. (Regering) leider van een sjiitische gemeenschap.
• imampje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord imam.
• imampjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord imam.
• imams — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord imam.
• ima's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ima.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 244 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 307 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 227 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: 3 woorden
• Duits WikiWoordenboek: 72 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: 140 woorden

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.